Einde inhoudsopgave
Procesreglement Hoge Raad der Nederlanden
4.4.2.2
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
25-03-2024, Stcrt. 2024, 13992 (uitgifte: 26-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2024, Stcrt. 2024, 13992 (uitgifte: 26-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Strafprocesrecht / Algemeen
Voor zover dat naar het oordeel van de rechter die de prejudiciële vraag heeft gesteld voor de beantwoording van de prejudiciële vraag noodzakelijk is, worden (afschriften van) de stukken van het geding in het griffieportaal geplaatst of bijgevoegd bij het toezenden van een afschrift van de onder 4.4.2.1 bedoelde beslissing. Voor de beantwoording van de vraag zijn in elk geval noodzakelijk de processen-verbaal van de (terecht)zittingen waarop de rechter die de vraag stelt de zaak heeft behandeld en de stukken aan de hand waarvan op deze (terecht)zittingen door betrokken procespartijen het woord is gevoerd. Daarnaast worden de correspondentiegegevens verstrekt van de betrokken procespartijen en van de advocaten die voor de betrokken procespartijen hebben opgetreden in het geding voor het gerecht dat de prejudiciële vraag heeft gesteld.