JAR 2016/17
SNCU bevoegd tot instellen vordering op grond van cao voor uitzendkrachten.
HR 18-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3620
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 december 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/04737
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3620, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2094, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑10‑2015
- Wetingang
Art. 81 RO
Essentie
De Stichting Naleving Cao voor Uitzendkrachten (SNCU) vordert in deze procedure onder meer naleving van de cao voor uitzendkrachten, medewerking aan een hercontrole, alsmede een vergoeding van de kosten van de hercontrole en een forfataire schadevergoeding van ruim € 11.500. Het gaat in deze procedure hoofdzakelijk om de vraag of de SNCU bevoegd is tot het instellen van een vordering op grond van de cao, meer in het bijzonder wanneer een en ander plaatsvindt na afloop van de duur van de algemeen verbindendverklaring van de cao. In dat verband is in deze procedure gesteld dat de SNCU niet bevoegd is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.