Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3A:71 Periodieke bijdragen
Geldend
Geldend vanaf 27-06-2017
- Bronpublicatie:
31-05-2017, Stb. 2017, 235 (uitgifte: 13-06-2017, kamerstukken: 34634)
- Inwerkingtreding
27-06-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-06-2017, Stb. 2017, 276 (uitgifte: 26-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Ten behoeve van het Afwikkelingsfonds kunnen ten minste eenmaal per jaar bijdragen worden geheven van:
- a.
beleggingsondernemingen die niet vallen onder de werking van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme;
- b.
banken met zetel in een staat die geen lidstaat is en hun bedrijf uitoefenen vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor; en
- c.
beleggingsondernemingen met zetel in een staat die geen lidstaat is en hun bedrijf uitoefenen vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor.
2.
De Nederlandsche Bank stelt de hoogten van de in het eerste lid bedoelde bijdragen vast, die worden voldaan binnen een door de Nederlandsche Bank vastgestelde termijn.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid.