Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds
Artikel 464 Inwerkingtreding en voorlopige toepassing
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 207 (uitgifte: 26-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Trb. 2016, 89 (uitgifte: 28-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
1.
Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun interne procedures geratificeerd of goedgekeurd. De akten van ratificatie of goedkeuring worden neergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie.
2.
Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de laatste akte van ratificatie of van goedkeuring is neergelegd.
3.
Onverminderd lid 2 van dit artikel passen de Unie en de Republiek Moldavië deze overeenkomst op voorlopige basis ten dele toe, zoals door de Unie gespecificeerd, overeenkomstig het bepaalde in lid 4 van dit artikel en overeenkomstig hun interne procedures en wetgeving, naargelang van het geval.
4.
De voorlopige toepassing is van kracht vanaf de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de depositaris van deze overeenkomst het volgende heeft ontvangen:
- a)
de kennisgeving van de Unie dat de voor de voorlopige toepassing vereiste procedures zijn voltooid, waarin wordt vermeld welke delen van de overeenkomst op voorlopige basis worden toegepast; en
- b)
de kennisgeving van de Republiek Moldavië dat de voor de voorlopige toepassing van deze overeenkomst vereiste procedures zijn voltooid.
5.
Voor de bepalingen van deze overeenkomst, en voor de bijlagen en protocollen daarbij, zoals bepaald in artikel 459, worden verwijzingen naar ‘de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst’ gelezen als ‘de datum met ingang waarvan de overeenkomst voorlopig wordt toegepast’, overeenkomstig lid 3 van dit artikel.
6.
Gedurende de periode waarin de overeenkomst voorlopig wordt toegepast, blijven de bepalingen van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, die op 28 november 1994 in Luxemburg werd ondertekend en die op 1 juli 1998 in werking is getreden, van toepassing, voor zover zij niet vallen onder de voorlopige toepassing van deze overeenkomst.
7.
Elke partij kan door middel van een schriftelijke kennisgeving de depositaris van deze overeenkomst in kennis stellen van het voornemen om de voorlopige toepassing van de overeenkomst te beëindigen. De beëindiging van de voorlopige toepassing wordt zes maanden na de datum van ontvangst van die kennisgeving door de depositaris van deze overeenkomst van kracht.