AB 2007, 51
Belastinggeschil met boete; toepasselijkheid art. 6 lid 1 EVRM; ‘criminal charge’; hoorplicht in fiscale boeteprocedure.
EHRM 23-11-2006, ECLI:NL:XX:2006:AZ9064, m.nt. T. Barkhuysen, M.L. van Emmerik
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
23 november 2006
- Magistraten
(Costa (President), Bratza, Zupancčič, Lorenzen, Caflisch, Loucaides, Cabral Barreto, Butkevych, Casadevall, Pellonpää, Traja, Ugrekhelidze, Mularoni, Fura-Sandström, Mijović, Spielmann, Šikuta
- Zaaknummer
73053/01
- Noot
T. Barkhuysen, M.L. van Emmerik
- LJN
AZ9064
- JCDI
JCDI:ADS61515:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2006:AZ9064, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 23‑11‑2006
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Belastinggeschil met boete; toepasselijkheid art. 6 lid 1 EVRM; ‘criminal charge’; hoorplicht in fiscale boeteprocedure.
Samenvatting
In juli 1998 ontvangt klager, de Finse heer Jussila, een belastingaanslag plus een boete ter hoogte van € 308,80 wegens gebreken in zijn boekhouding. Hij gaat tegen de opgelegde sanctie in beroep bij de bestuursrechter. Zijn verzoek om in deze procedure te worden gehoord, wordt niet gehonoreerd. Klager wendt zich tot het EHRM en beroept zich op de hoorplicht ex art. 6 lid 1 EVRM.
Het Hof geeft een uitgebreid overzicht van de jurisprudentie over de toepasselijkheid van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.