NJ 2007, 303:Schending onpartijdigheidsvereiste als gevolg van deelname aan een rechterlijke procedure van een staatsraad die op dat moment een overstap voorbereidt naar het ministerie dat wederpartij is in de betreffende procedure. Daarnaast schending art. 6 lid 1 EVRM vanwege deelname regeringscommissaris aan beraadslagingen. Ook is de redelijke termijn van artikel 6 lid 1 EVRM geschonden. De combinatie van rechtsprekende en adviserende functie van de Raad van State is niet in strijd met onpartijdigheidsvereiste, omdat de uitoefening van deze functies niet betrekking hadden op ‘dezelfde zaak’ of ‘dezelfde beslissing’.