EHRM, 02-11-2006, nr. 23543/02

Documentgegevens:

EHRM 02-11-2006, ECLI:NL:XX:2006:BA0177

Instantie: Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Datum: 2 november 2006
Magistraten: Lorenzen, Jungwiert, Butkevych, Tsatsa-Nikolovska, Maruste, Borrego Borrego, Jaeger
Zaaknummer: 23543/02
LJN: BA0177
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:XX:2006:BA0177, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 02‑11‑2006
Wetingang: EVRM art. 8; EVRM art. 13

Essentie

Volokhy t. Oekraïne.

Schending art. 8 en 13

In augustus 1997 wordt een bevel gegeven de post van klagers te onderscheppen omdat zij mogelijk contact hebben met hun broer/zoon V. die wordt verdacht van belastingontduiking. Het bevel bevat geen tijdsduur. In mei 1998 wordt de zaak tegen V. geseponeerd, in mei 1999 wordt het bevel opgeheven. Klagers verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen omdat het bevel rechtmatig is gegeven. De nationale wetgeving bevat geen omschrijving van de omstandigheden waaronder een dergelijk bevel kan worden gegeven of van de maximale tijdsduur, terwijl er evenmin een voorziening is voor een tussentijdse rechterlijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.