NJ 2006, 239:Verklaringen van minderjarige slachtoffers van zedendelict voor bewijs gebruikt, hoewel de verdediging niet in de gelegenheid is geweest om hen als getuigen te horen. Gelet op het belang voor de bewijsvoering zijn de mogelijkheden voor de verdediging om de verklaringen aan te vechten onvoldoende geweest. Schending van art. 6, lid 1 jo lid 3 onder d, van het verdrag. Toepassing art. 41 ondervangen door de nationale mogelijkheid van herziening.