NJ 2005, 551
Een klacht over schending van art. 6 leden 1 en 3 (d) EVRM. Klager zou geen eerlijk proces hebben gehad omdat de verklaringen van de beweerde slachtoffers als bewijsmiddel zijn gebruikt bij zijn veroordeling zonder dat hij in de gelegenheid is gesteld tijdens het strafproces om deze personen te ondervragen. Gezien de praktische onmogelijkheid om de slachtoffers als getuigen op te roepen mag de nationale rechter besluiten om hun verklaringen te gebruiken als bewijsmiddel, zeker nu deze werden bevestigd door andere bewijsmiddelen. De klacht is niet-ontvankelijk (kennelijk ongegrond).
EHRM 05-04-2005, ECLI:NL:XX:2005:AT9168, m.nt. T.M. Schalken (Scheper)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
5 april 2005
- Magistraten
B.M. Zupancic, L. Caflisch, C. Brîsan, M. Tsatsa-Nikolovska, V. Zagrebelsky, E. Myjer, D.T. Björgvinsson
- Zaaknummer
39209/02
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
AT9168
- Roepnaam
Scheper
- JCDI
JCDI:ADS146679:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2005:AT9168, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 05‑04‑2005
- Wetingang
EVRM art. 6
Essentie
Een klacht over schending van art. 6 leden 1 en 3 (d) EVRM. Klager zou geen eerlijk proces hebben gehad omdat de verklaringen van de beweerde slachtoffers als bewijsmiddel zijn gebruikt bij zijn veroordeling zonder dat hij in de gelegenheid is gesteld tijdens het strafproces om deze personen te ondervragen. Gezien de praktische onmogelijkheid om de slachtoffers als getuigen op te roepen mag de nationale rechter besluiten om hun verklaringen te gebruiken als bewijsmiddel, zeker nu deze werden bevestigd door andere bewijsmiddelen. De klacht is niet-ontvankelijk (kennelijk ongegrond).
Samenvatting
Het Hof herhaalt dat de toelaatbaarheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.