NJ 2005, 368
Krantenartikel met cartoon over malversaties bij gunnen overheidsopdracht. Strafrechtelijke veroordeling hoofdredacteur en journalist wegens belediging. Onmiskenbaar disproportionele sanctie in de vorm van gevangenisstraf, ontzetting uit burgerrechten en beroepsverbod. Schending art. 10 EVRM.
EHRM 17-12-2004, ECLI:NL:XX:2004:AS5151
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
17 december 2004
- Magistraten
L. Wildhaber, C.L. Rozakis, J.-P. Costa, G. Ress, Sir Nicolas Bratza, I. Cabral Barreto, V. Strážnická, C. Bîrsan, P. Lorenzen, J. Casadevall, B. Zupančič, J. Hedigan, M. Pellonpää, A.B. Baka, R. Maruste, M. Ugrekhelidze, K. Hajiyev
- Zaaknummer
33348/96
- LJN
AS5151
- JCDI
JCDI:ADS146681:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2004:AS5151, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 17‑12‑2004
- Wetingang
EVRM art. 10
Essentie
Krantenartikel met cartoon over malversaties bij gunnen overheidsopdracht. Strafrechtelijke veroordeling hoofdredacteur en journalist wegens belediging. Onmiskenbaar disproportionele sanctie in de vorm van gevangenisstraf, ontzetting uit burgerrechten en beroepsverbod. Schending art. 10 EVRM.
Samenvatting
In het licht van het artikel als geheel is sprake van feitelijke beschuldigingen van strafbare feiten aan het adres van een met name genoemd persoon (§ 100). Klagers hebben niet gepoogd de feitelijke beschuldigingen te onderbouwen, en toonden een duidelijk gebrek aan belangstelling voor hun strafproces (§ 103–104). Gezien de beoordelingsmarge die de verdragsstaten toekomt, vormt de veroordeling voor belediging en laster een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.