NJ 2005, 509
Lange procedure over omgangsregeling. Geen overschrijding redelijke termijn. Geen schending art. 8 EVRM. Niet-ontvankelijkheid klacht.
EHRM 02-12-2004, ECLI:NL:XX:2004:AU6150, m.nt. S.F.M. Wortmann
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
2 december 2004
- Magistraten
B.M. Zupančič, J. Hedigan, C. Bîrsan, M. Tsatsa-Nikolosvka, R. Jaeger, E. Myjer, D.T. Björgvinsson
- Zaaknummer
15666/02
- Noot
S.F.M. Wortmann
- LJN
AU6150
- JCDI
JCDI:ADS118020:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2004:AU6150, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 02‑12‑2004
- Wetingang
EVRM art. 6; EVRM art. 8; BW art. 1:377a
Essentie
Lange procedure over omgangsregeling. Geen overschrijding redelijke termijn. Geen schending art. 8 EVRM. Niet-ontvankelijkheid klacht.
Samenvatting
Nadat klager zijn ex-echtgenote heeft bedreigd en mishandeld, weigert zij verdere medewerking aan de bij de echtscheiding vastgestelde omgangsregeling.
De bodemprocedure over de omgangsregeling ving aan op 4 september 1998 en eindigde op 28 mei 2002. Bij de beoordeling of deze periode (drie jaar en bijna negen maanden) redelijk is, worden de complexiteit van de zaak, het gedrag van partijen en van de (rechterlijke) autoriteiten en het belang van partijen bij een spoedige beslissing meegewogen. Geschillen over omgangsregelingen moeten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.