NJ 2005, 57
Terbeschikkingstelling en passantenproblematiek. Verblijf in huis van bewaring in afwachting van plaatsing in een TBS-kliniek ‘rechtmatig’ in de zin van art. 5 lid 1 EVRM? Schending.
EHRM 11-05-2004, ECLI:NL:XX:2004:AS5239, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
11 mei 2004
- Magistraten
J.-P. Costa, L. Loucaides, C. Bîrsan, K. Jungwiert, V. Butkevych, W. Thomassen, A. Mularoni
- Zaaknummer
49902/99
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
AS5239
- JCDI
JCDI:ADS160801:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Gezondheidsrecht / Ordeningsrecht
Penitentiair recht / TBS-inrichtingen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2004:AS5239, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 11‑05‑2004
- Wetingang
Essentie
Terbeschikkingstelling en passantenproblematiek. Verblijf in huis van bewaring in afwachting van plaatsing in een TBS-kliniek ‘rechtmatig’ in de zin van art. 5 lid 1 EVRM? Schending.
Samenvatting
Op grond van een veroordeling door de rechtbank 's‑Hertogenbosch begint de executietermijn van de aan klager opgelegde terbeschikkingstelling te lopen op 10 oktober 1994. Klager wordt op 28 december 1995 in een TBS-kliniek geplaatst. In de tussenliggende periode verblijft hij in een huis van bewaring. In het kader van een door klager aangespannen civiele procedure, beslist de Nederlandse rechter dat gezien de omstandigheden van het geval, klagers verblijf in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.