NJ 2005, 186
Een zevental kinderen, waaronder een pasgeboren baby, wordt uit huis geplaatst. De ouders mogen geen contact onderhouden met de kinderen. Schending van art. 8 EVRM, geen schending van art. 6, eerste lid EVRM. Toekenning van schadevergoeding op basis van art. 41 EVRM.
EHRM 08-04-2004, ECLI:NL:XX:2004:AT5305, m.nt. J. de Boer (Couillard Maugery)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
8 april 2004
- Magistraten
I. Cabral Barreto, G. Ress, L. Caflisch, P. Kûris, B. Zupancic, M. Tsatsa-Nikolovska, K. Traja
- Zaaknummer
11057/02
- Noot
J. de Boer
- LJN
AT5305
- Roepnaam
Couillard Maugery
- JCDI
JCDI:ADS118046:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2004:AT5305, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 08‑04‑2004
- Wetingang
Essentie
Een zevental kinderen, waaronder een pasgeboren baby, wordt uit huis geplaatst. De ouders mogen geen contact onderhouden met de kinderen. Schending van art. 8 EVRM, geen schending van art. 6, eerste lid EVRM. Toekenning van schadevergoeding op basis van art. 41 EVRM.
Samenvatting
De genomen maatregelen vormen een inmenging in het recht op een gezinsleven volgens artikel 8 EVRM. Een dergelijke inmenging door het openbaar gezag is geoorloofd indien de maatregelen, ingevolge het tweede lid van 8 EVRM, ‘bij de wet voorzien’ zijn, een legitiem doel dienen en ‘noodzakelijk’ ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.