NJ 2005, 113:Vervolg op HR 17 januari 1997, NJ 1997, 483, m.nt. JdB. Erfrecht. Mensenrechten. Onwettig niet-erkend kind erft niet van zijn biologische vader. Geen schending van art. 8 jo. 14 EVRM.

NJ 2005, 113

Vervolg op HR 17 januari 1997, NJ 1997, 483, m.nt. JdB. Erfrecht. Mensenrechten. Onwettig niet-erkend kind erft niet van zijn biologische vader. Geen schending van art. 8 jo. 14 EVRM.

Documentgegevens:

EHRM 13-01-2004, ECLI:NL:XX:2004:AO5422, m.nt. J. de Boer

Instantie: Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Datum: 13 januari 2004
Magistraten: J.-P. Costa, L. Loucaides, C. Bîrsan, K. Jungwiert, V. Butkevych, W. Thomassen, A. Mularoni
Zaaknummer: 36983/97
Noot: J. de Boer
LJN: AO5422
JCDI: JCDI:ADS146659:1
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Personen- en familierecht (V)
Europees belastingrecht / Discriminatie
Brondocumenten: ECLI:NL:XX:2004:AO5422, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 13‑01‑2004
Wetingang: EVRM art. 8; EVRM art. 14

Essentie

Vervolg op HR 17 januari 1997, NJ 1997, 483, m.nt. JdB.

Erfrecht. Mensenrechten. Onwettig niet-erkend kind erft niet van zijn biologische vader. Geen schending van art. 8 jo. 14 EVRM.

Samenvatting

Erflater was volgens klager zijn biologische vader, maar heeft hem niet als zijn kind erkend. Klager stelt dat er sprake is van een schending van art. 8 jo 14 EVRM nu hij, ondanks dat er sprake was van ‘family life’ als bedoeld in art. 8 EVRM, niet van zijn vader kon erven.

Art. 14 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.