NJ 2004, 136
Weigering omgangsregeling zonder het kind in de procedure te horen. Geen schending artikel 8. Weigering mede gebaseerd op in de wet gemaakt onderscheid tussen wettige en onwettige kinderen. Schending artikel 14 (j° 8).
EHRM 08-07-2003, ECLI:NL:XX:2003:AO5257, m.nt. S.F.M. Wortmann
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
8 juli 2003
- Magistraten
Wildhaber, Rozakis, Ress, Bratza, Pastor Ridruejo, Palm, Kûris, Türmen, Tulkens, Lorenzen, Jungwiert, Casadevall, Greve, Maruste, Levits, Ugrekhelidze, Mularoni
- Zaaknummer
30943/96
- Noot
S.F.M. Wortmann
- LJN
AO5257
- JCDI
JCDI:ADS146660:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Personen- en familierecht (V)
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2003:AO5257, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 08‑07‑2003
- Wetingang
Essentie
Weigering omgangsregeling zonder het kind in de procedure te horen. Geen schending artikel 8. Weigering mede gebaseerd op in de wet gemaakt onderscheid tussen wettige en onwettige kinderen. Schending artikel 14 (j° 8).
Samenvatting
Bij beoordeling van de vraag of de in casu genomen beslissingen, welke inbreuk maakten op het recht op eerbiediging van familieleven, noodzakelijk waren in een democratische samenleving, dient het Hof na te gaan of de redenen die ter rechtvaardiging daarvan worden aangevoerd relevant en voldoende zijn in het licht van artikel 8 lid 2, daarbij rekening houdend met de ‘margin of appreciation’ die de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.