NJ 2004, 15
De Raad van State adviseert over een wet en velt een rechterlijk oordeel over beroepen die zijn ingesteld tegen een op die wet gebaseerd besluit. Geen schending artikel 6 lid 1 EVRM.
EHRM 06-05-2003, ECLI:NL:XX:2003:AF8328, m.nt. P.J. de Boon (Kleyn e.a./Nederland)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
6 mei 2003
- Magistraten
Wildhaber, Rozakis, Costa, Ress, Bratza, Caflisch, Stráznická, Jungwiert, Butkevych, Vajic, Hedigan, Thomassen, Tsatsa-Nikolovska, Baka, Traja, Ugrekhelidze, Zagrebelsky
- Zaaknummer
39343/98
39651/98
43147/98
46664/99
- Noot
P.J. de Boon
- LJN
AF8328
- Roepnaam
Kleyn e.a./Nederland
- JCDI
JCDI:ADS146645:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Staatsrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2003:AF8328, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 06‑05‑2003
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1
Essentie
De Raad van State adviseert over een wet en velt een rechterlijk oordeel over beroepen die zijn ingesteld tegen een op die wet gebaseerd besluit. Geen schending artikel 6 lid 1 EVRM.
Samenvatting
Hoewel de meeste klagers de nationale rechtsmiddelen niet hebben uitgeput, was duidelijk dat een verder beroep op die rechtsmiddelen niet zou baten. De klacht is daarom ontvankelijk (§ 154–162). De gebeurtenissen vallen binnen de reikwijdte van artikel 6 lid 1 EVRM (§ 164). De in dit artikellid te vinden concepten van onafhankelijkheid en objectieve onpartijdigheid zullen in samenhang worden behandeld (§ 192). Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.