NJ 2005, 73
Ontbinding van de Turkse Refah-partij. Geen schending artikel 11.
EHRM 13-02-2003, ECLI:NL:XX:2003:AN7452, m.nt. E.A. Alkema (Rafeh Partisi)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
13 februari 2003
- Magistraten
Wildhaber, Rozakis, Costa, Ress, Gaukur Jörundsson, Caflisch, Türmen, Bîrsan, Lorenzen, Butkevych, Vajic, Pellonpää, Tsatsa-Nikolovska, Baka, Maruste, Kovler, Mularoni
- Zaaknummer
41340/98
41342/98
41343/98
41344/98
- Noot
E.A. Alkema
- LJN
AN7452
- Roepnaam
Rafeh Partisi
- JCDI
JCDI:ADS146702:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2003:AN7452, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 13‑02‑2003
- Wetingang
Essentie
Ontbinding van de Turkse Refah-partij. Geen schending artikel 11.
Samenvatting
Zowel de derde als de grote kamer zijn van mening dat een politieke partij campagne kan voeren voor een wetswijziging, dan wel een wijziging van de juridische en constitutionele basis van een staat, indien aan twee eisen wordt voldaan: (1) de gebruikte middelen dienen wettig en democratisch te zijn en (2) de voorgestelde wijziging dient zelf verenigbaar te zijn met fundamentele democratische principes. Daaruit volgt dat politieke partijen die aanzetten tot geweld of een beleid propageren dat niet correspondeert met de regels van de democratie geen bescherming van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.