NJ 2004, 262
Art. 8 EVRM vereist bindende en toegankelijke regeling voor gebruik verborgen beeldopname- en afluisterapparatuur. Het gebruik van door middel van misleiding verkregen bekentenissen of andere belastende verklaringen, in weerwil van het door verdachte uitgeoefende zwijgrecht, kan onder omstandigheden leiden tot schending van art. 6 EVRM. Effective remedy art. 13 EVRM.
EHRM 05-11-2002, ECLI:NL:XX:2002:AF1502 (Allan)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
5 november 2002
- Magistraten
M. Pellonpää, N. Bratza, A. Pastor Ridruejo, E. Palm, M. Fischbach, J. Casadevall, S. Pavlovsch
- Zaaknummer
48539/99
- LJN
AF1502
- Roepnaam
Allan
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2002:AF1502, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 05‑11‑2002
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 8; EVRM art. 13
Essentie
Art. 8 EVRM vereist bindende en toegankelijke regeling voor gebruik verborgen beeldopname- en afluisterapparatuur. Het gebruik van door middel van misleiding verkregen bekentenissen of andere belastende verklaringen, in weerwil van het door verdachte uitgeoefende zwijgrecht, kan onder omstandigheden leiden tot schending van art. 6 EVRM. Effective remedy art. 13 EVRM.
Samenvatting
Schending van art. 8 EVRM omdat het gebruik van verborgen beeldopname- en afluisterapparatuur niet ‘in accordance with the law’ is (par. 34-36).
Geen schending van art. 6 lid 1 EVRM vanwege het gebruik van bewijsmateriaal dat is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.