AB 2002, 333
Korting AOW-uitkering grensarbeidersvrouwen moet met terugwerkende kracht ongedaan worden gemaakt.
EHRM 04-06-2002, ECLI:NL:XX:2002:AN6996, m.nt. F.J.L. Pennings
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
4 juni 2002
- Magistraten
Costa, President, Gaukur, Jörundsson, Loucaides, Jungwiert, Butkevych, Thomassen, Ugrekhelidze
- Zaaknummer
34462/97
- Noot
F.J.L. Pennings
- LJN
AN6996
- JCDI
JCDI:ADS869133:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
EU-recht (V)
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2002:AN6996, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 04‑06‑2002
- Wetingang
EVRM art. 14
Essentie
Korting AOW-uitkering grensarbeidersvrouwen moet met terugwerkende kracht ongedaan worden gemaakt.
Samenvatting
Zeer sterke redenen moeten worden naar voren gebracht voordat een verschil in behandeling dat gebaseerd is uitsluitend op grond van geslacht en burgerlijke status verenigbaar kan worden geacht met de Conventie. In dit geval is van belang dat een gehuwde man in de zelfde positie als betrokkene niet geconfronteerd werd met de bestreden bepaling. Bovendien was de Conventie al op 31 augustus 1954 van kracht geworden voor Nederland.
Partij(en)
Wessel-Bergervoet
tegen
Nederland.
Uitspraak
The Facts
I. The circumstances of the case
11
The applicant and her husband ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.