NJ 2004, 543
Verbod op hulp bij zelfdoding en de weigering (vooraf) een verklaring van nietvervolging te geven. Geen schending.
EHRM 29-04-2002, ECLI:NL:XX:2002:AP0678, m.nt. E.A. Alkema (Pretty/United Kingdom)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
29 april 2002
- Magistraten
Pellonpää, Nicolas Bratza, Palm, Makarczyk, Fischbach, Casadevall, Pavlovschi
- Zaaknummer
2346/02
- Noot
E.A. Alkema
- LJN
AP0678
- Roepnaam
Pretty/United Kingdom
- JCDI
JCDI:ADS146655:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2002:AP0678, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 29‑04‑2002
- Wetingang
Essentie
Verbod op hulp bij zelfdoding en de weigering (vooraf) een verklaring van nietvervolging te geven. Geen schending.1
Samenvatting
Hoewel bepaalde rechten zoals genoemd in de Conventie blijkens de jurisprudentie van het Hof ook een negatieve dimensie kennen, geldt dit niet voor artikel 2, waarin het recht op leven is neergelegd. Artikel 2 omvat niet het recht om te sterven, noch kan daaruit het recht worden afgeleid om voor de dood te mogen kiezen (§ 39).
De onder omstandigheden bestaande positieve verplichting van de Staat op grond van artikel 3 om te voorkomen dat personen onmenselijk worden behandeld, reikt — ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.