NJ 2002, 417
Weigering van een omgangsregeling zonder het kind in de procedure te horen. Schending art. 8. Weigering mede gebaseerd op een in de wet gemaakt onderscheid tussen wettige en onwettige kinderen.
EHRM 11-10-2001, ECLI:CE:ECHR:2001:1011JUD003094396, m.nt. S.F.M. Wortmann
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
11 oktober 2001
- Magistraten
Pastor Ridruejo, Ress, Caflisch, Cabral Barreto, Butkevych, Vajiæ, Pellonpää
- Zaaknummer
30943/96
- Noot
S.F.M. Wortmann
- LJN
AE7921
- JCDI
JCDI:ADS146678:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Personen- en familierecht (V)
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2001:1011JUD003094396, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 11‑10‑2001
- Wetingang
Essentie
Weigering van een omgangsregeling zonder het kind in de procedure te horen. Schending artikel 8. Weigering mede gebaseerd op een in de wet gemaakt onderscheid tussen wettige en onwettige kinderen. Schending artikel 14 (j° 8).
Samenvatting
Bij beoordeling van de vraag of de in casu genomen beslissingen, welke inbreuk maken op het recht op eerbiediging van familieleven, noodzakelijk waren in een democratische samenleving, dient het Hof na te gaan of de redenen die ter rechtvaardiging daarvan worden aangevoerd relevant en voldoende zijn in het licht van artikel 8 lid 2 (§ 40). Daarbij roept het Hof in herinnering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.