AB 2002, 343
Bestuurlijke boete; nemo tenetur; zwijgrecht; medewerkingsplicht.
EHRM 03-05-2001, ECLI:CE:ECHR:2001:0503JUD003182796, m.nt. O.J.D.M.L. Jansen, M.J.J.P. Luchtman (J.B./Zwitserland)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
3 mei 2001
- Magistraten
Rozakis, Baka, Wildhaber, Bonello, Lorenzen, Tsatsa-Nikolovska, Kovler
- Zaaknummer
31827/96
- Noot
O.J.D.M.L. Jansen, M.J.J.P. Luchtman
- LJN
AL1323
- Roepnaam
J.B./Zwitserland
- JCDI
JCDI:ADS869140:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2001:0503JUD003182796, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 03‑05‑2001
- Wetingang
Essentie
Bestuurlijke boete; nemo tenetur; zwijgrecht; medewerkingsplicht.
Samenvatting
Het Hof ziet zich voor de vraag gesteld of het opleggen van een bestuurlijke boete wegens het niet verstrekken van bepaalde informatie in overeenstemming is met de bepalingen van het EVRM. Het zwijgrecht en de bescherming tegen zelfincriminatie zijn algemeen erkende internationale standaarden die zijn gesitueerd in het hart van het recht op een eerlijke berechting. In deze zaak werd de belanghebbende verzocht om alle documenten te overhandigen die betrekking hebben op de bedrijven waarin hij had geïnvesteerd. Toen hij aan dit verzoek geen gevolg gaf, werd hem nog driemaal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.