NJ 2001, 549:Beoogde uitzetting schizofrene man naar Algerije. Geen schending 3 EVRM vanwege overwegend speculatieve prognose ontwikkeling ziekte gezien hoge eisen 3 EVRM. Evenmin schending 8 en 13 EVRM.

NJ 2001, 549

Beoogde uitzetting schizofrene man naar Algerije. Geen schending 3 EVRM vanwege overwegend speculatieve prognose ontwikkeling ziekte gezien hoge eisen 3 EVRM. Evenmin schending 8 en 13 EVRM.

Documentgegevens:

EHRM 06-02-2001, ECLI:CE:ECHR:2001:0206JUD004459998

Instantie: Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Datum: 6 februari 2001
Magistraten: Costa, Loucaides, Kuris, Fuhrmann, Bratza, Greve, Traja
Zaaknummer: 44599/98
LJN: AD4236
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:CE:ECHR:2001:0206JUD004459998, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 06‑02‑2001
Wetingang: EVRM art. 3; EVRM art. 8; EVRM art. 13

Essentie

Beoogde uitzetting van een schizofrene man naar Algerije. Geen schending van art. 3 vanwege de overwegend speculatieve prognose van de ontwikkeling van de ziekte in het licht van de hoge eisen die art. 3 stelt. Evenmin schending van art. 8 en art. 13.

Samenvatting

Art. 3 is ook van toepassing indien de oorzaak van het risico van onmenselijke behandeling in factoren ligt waarvoor de staat niet (direct of indirect) verantwoordelijk is, dan wel in factoren die als zodanig geen schending van het artikel opleveren. Een in zodanig geval aan te nemen beperking van het toepassingsbereik van art. 3 zou het absolute karakter van deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.