AB 2001, 80
Beslissingen aangaande binnenkomst, verblijf en verwijdering van vreemdelingen behelzen geen vaststelling van burgerlijke rechten of plichten of strafvervolging als bedoeld in art. 6 EVRM.
EHRM 05-10-2000, ECLI:NL:XX:2000:AD4680, m.nt. H. Battjes (Maaouia)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
5 oktober 2000
- Magistraten
Wildhaber, Rozakis, Ress, Costa, Gaukur Jörundsson, Caflisch, Loucaides, Cabral Barreto, Fuhrmann, Jungwiert, Bratza, Vajic, Hedigan, Pellonpää, Pantîru, Traja, Kovler
- Zaaknummer
39652/98
- Noot
H. Battjes
- LJN
AD4680
- Roepnaam
Maaouia
- JCDI
JCDI:ADS660246:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2000:AD4680, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 05‑10‑2000
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Beslissingen aangaande binnenkomst, verblijf en verwijdering van vreemdelingen behelzen geen vaststelling van burgerlijke rechten of plichten of strafvervolging als bedoeld in art. 6 EVRM.
Samenvatting
De Franse strafrechter beveelt in 1992 uitzetting van Maaouia, een legaal in Frankrijk verblijvende Tunesiër voor de duur van tien jaar. Maaouia vertrekt niet en verzoekt in 1994 om intrekking van het bevel. Het uitzettingsbevel wordt in 1998 ingetrokken. Maaouia deponeert een klacht bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (het Hof) vanwege de lengte van de procedure tussen 1994 en 1998 wegens schending van art. 6 lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.