Einde inhoudsopgave
Warmteregeling
Artikel 3b
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
02-04-2019, Stcrt. 2019, 19827 (uitgifte: 05-04-2019, regelingnummer: WJZ / 19065655)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-04-2019, Stcrt. 2019, 19827 (uitgifte: 05-04-2019, regelingnummer: WJZ / 19065655)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
Energierecht (V)
1.
De kenmerkende functionaliteiten van de categorieën afleversets, bedoeld in artikel 5b, eerste lid, van het besluit, zijn:
- a.
een individuele afleverset voor warmte voor alleen ruimteverwarming heeft een vermogen van 25 kilowatt en geen warmtewisselaar;
- b.
een collectieve afleverset voor warmte voor alleen ruimteverwarming heeft een vermogen van 100 kilowatt en geen warmtewisselaar;
- c.
een individuele afleverset voor warmte voor alleen verwarming van tapwater heeft een CW-waarde van 4 en geen elektronische regeling van de temperatuur van het tapwater;
- d.
een collectieve afleverset voor warmte voor alleen verwarming van tapwater heeft geen elektronische regeling van de temperatuur van het tapwater en kan een hoeveelheid tapwater leveren die overeenkomt met een CW-waarde van 4, waarbij ervan uitgegaan wordt dat niet alle verbruikers gelijktijdig een hoeveelheid tapwater nodig hebben die overeenkomt met CW-waarde 4;
- e.
een individuele gecombineerde afleverset voor warmte voor ruimteverwarming en verwarming van tapwater heeft een vermogen van 25 kilowatt, geen warmtewisselaar voor de ruimteverwarming, een CW-waarde van 4 en geen elektronische regeling van de temperatuur van het tapwater;
- f.
een collectieve gecombineerde afleverset voor warmte voor ruimteverwarming en verwarming van tapwater heeft een vermogen van 100 kilowatt, geen warmtewisselaar voor de ruimteverwarming, geen elektronische regeling van de temperatuur van het tapwater en kan een hoeveelheid tapwater leveren die overeenkomt met een CW-waarde van 4, waarbij ervan uitgegaan wordt dat niet alle verbruikers gelijktijdig een hoeveelheid tapwater nodig hebben die overeenkomt met CW-waarde 4.
2.
De Autoriteit Consument en Markt kan de aanvullende functionaliteiten van afleversets, bedoeld in artikel 5b, tweede lid, van het besluit, uitsluitend vaststellen op basis van de volgende elementen:
- a.
de mate waarin het vermogen van de afleverset afwijkt van het vermogen, genoemd in het eerste lid;
- b.
de mate waarin de CW-waarde bij een individuele afleverset afwijkt van de CW-waarde, genoemd in het eerste lid;
- c.
de mate waarin de hoeveelheid geleverde tapwater bij een collectieve afleverset afwijkt van de hoeveelheid die overeen komt met een CW-waarde van 4, waarbij ervan uitgegaan wordt dat niet alle verbruikers gelijktijdig een hoeveelheid tapwater nodig hebben die overeenkomt met CW-waarde 4;
- d.
de aanwezigheid van een warmtewisselaar voor de ruimteverwarming;
- e.
de aanwezigheid van een elektronische regeling van de temperatuur van het tapwater.