NJ 1999, 641
Redelijke termijn; in casu geen overschrijding / appelberechting bij verstek in tegenwoordigheid raadsman; inspanningsverplichting autoriteiten en houding raadsman
EHRM 23-02-1999, ECLI:NL:XX:1999:AD4561, m.nt. G. Knigge
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
23 februari 1999
- Magistraten
Palm, Casadevall, Ferrari Bravo, Bîrsan, Zupancic, Thomassen, Pantiru
- Zaaknummer
34966/97
- Noot
G. Knigge
- LJN
AD4561
- JCDI
JCDI:ADS146701:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1999:AD4561, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 23‑02‑1999
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 6 lid 3 onder c
Essentie
Redelijke termijn; in casu geen overschrijding. Appelberechting bij verstek in tegenwoordigheid van raadsman; inspanningsverplichting autoriteiten en houding raadsman.
Samenvatting
Zaak met voldoende tempo behandeld ondanks verstrijken van bijna 10 maanden tussen uitspraak in hoger beroep en ontvangst van de stukken bij de Hoge Raad; verdachte niet gedetineerd en de berechting in drie instanties nam 2 jaar, 9 maanden en 1 dag in beslag. Appelberechting bij verstek na aanzegging van het hoger beroep ex art. 409 lid 2 Sv en betekening van de appeldagvaarding aan de griffie. Geen schending van art. 6 lid 1 en lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.