NJ 1999, 515
Geen stemrecht ingezetenen Gibraltar in verkiezingen Europese Parlement / schending 3 Eerste Protocol
EHRM 18-02-1999, ECLI:NL:XX:1999:AD4560, m.nt. E.A. Alkema (Matthews/Verenigd Koninkrijk)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
18 februari 1999
- Magistraten
Wildhaber, Palm, Ferrari Bravo, Jörundsson, Ress, Cabral Barreto, Costa, Fuhrmann, Jungwiert, Fishbach, Vaji, Thomassen, Tstatsa-Nikolovska, Pantiru, Traja, Freeland
- Zaaknummer
24833/94
- Noot
E.A. Alkema
- LJN
AD4560
- Roepnaam
Matthews/Verenigd Koninkrijk
- JCDI
JCDI:ADS66273:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1999:AD4560, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 18‑02‑1999
- Wetingang
Essentie
Geen stemrecht voor ingezetenen van Gibraltar in de verkiezingen voor het Europese Parlement. Schending artikel 3 Eerste Protocol.
Samenvatting
Uit de aard van de zaak is het Verenigd Koninkrijk, tezamen met de andere partijen bij het Verdrag van Maastricht, onder artikel 1 EVRM en in het bijzonder artikel 3 van het Eerste Protocol verantwoordelijk voor de gevolgen van dit verdrag (§ 33). Met betrekking tot de omvang van die verantwoordelijkheid roept het Hof in herinnering dat de Conventie beoogt praktische en effectieve rechtsbescherming te bieden. Niet betwist wordt dat wetgeving afkomstig van de Europese Gemeenschap de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.