NJ 1999, 711
Tuchtrechtelijke straf advocaat wegens tijdens persconferentie geleverde kritiek op rechterlijke macht / geen schending 10 EVRM
EHRM 20-05-1998, ECLI:NL:XX:1998:AD4551, m.nt. E.J. Dommering
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
20 mei 1998
- Magistraten
Thór Vilhjálmsson, De Meyer, Pekkanen, Baka, Lopes Rocha, Wildhaber, Makarczyk, Jambrek, Voicu
- Zaaknummer
56/1997/840/1046
- Noot
E.J. Dommering
- LJN
AD4551
- JCDI
JCDI:ADS160783:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Juridische beroepen / Tuchtrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1998:AD4551, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 20‑05‑1998
- Wetingang
EVRM art. 10
Essentie
Tuchtrechtelijke straf opgelegd aan een advocaat wegens tijdens een persconferentie geleverde kritiek op de rechterlijke macht. Geen schending art. 10 EVRM.
Samenvatting
De speciale status van advocaten geeft hun een centrale positie in de rechtsbedeling als bemiddelaars tussen het publiek en de rechterlijke macht. Het is daarom gerechtvaardigd van advocaten te verwachten dat ze bijdragen aan een juiste rechtsbedeling, en aldus het vertrouwen van het publiek in een juiste rechtsbedeling handhaven (§ 29). In casu heeft klager eerst de rechtsbedeling publiekelijk bekritiseerd en vervolgens van een effectieve wettelijke remedie gebruik gemaakt. Dit gedrag is nauwelijks verenigbaar met de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.