NJ 1999, 110
Verzoeker in cassatie niet in staat gesteld te reageren op conclusie A-G / schending 6 lid 1 EVRM
EHRM 27-03-1998, ECLI:NL:XX:1998:AD2860
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
27 maart 1998
- Magistraten
Bernhardt, Matscher, Spielmann, Palm, Loizou, Kûris, Levits, Van Dijk, Voicu
- Zaaknummer
9/1997/793/994
- LJN
AD2860
- JCDI
JCDI:ADS66287:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Fiscaal bestuursrecht / Basisregistratie inkomen
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1998:AD2860, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 27‑03‑1998
- Wetingang
Essentie
Verzoeker in cassatie niet in de gelegenheid gesteld te reageren op de conclusie van de advocaat-generaal. Schending art. 6 lid 1 EVRM.
Samenvatting
Geen van de partijen bij het onderhavige geding heeft ontkend dat de fiscale boete opgelegd aan klager een ‘criminal sanction’ was. Nu het Hof geen redenen aanwezig acht om anderszins te beslissen, was klager onder art. 6 dan ook gerechtigd tot een procedure voor een rechterlijke instantie (§ 37).
Klagers beroep in cassatie was beperkt tot de vraag of het gerechtshof het beroep ontvankelijk had moeten verklaren. De Hoge Raad beantwoordde deze vraag ontkennend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.