NJ 1998, 637:Zwiterse Federale Raad verlengt vergunning om kerncentrale Mühleberg in bedrijf te houden: toepasselijkheid 6 § 1 EVRM

NJ 1998, 637

Zwiterse Federale Raad verlengt vergunning om kerncentrale Mühleberg in bedrijf te houden: toepasselijkheid 6 § 1 EVRM

Documentgegevens:

EHRM 26-08-1997, ECLI:NL:XX:1997:AD4542, m.nt. P.J. Boon

Instantie: Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Datum: 26 augustus 1997
Magistraten: Ryssdal, Bernhardt, Gölcüklü, Pettiti, Walsh, Russo, Spielmann, Valticos, Foighel, Loizou, Freeland, Baka, Lopes Rocha, Wildhaber, Mifsud Bonnici, Makarczyk, Jambrek, Jungwiert, Löhmus, Levits
Zaaknummer: 67/1996
Noot: P.J. Boon
LJN: AD4542
JCDI: JCDI:ADS118104:1
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Energierecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:XX:1997:AD4542, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 26‑08‑1997
Wetingang: EVRM art. 6; EVRM art. 13

Essentie

Zwiterse Federale Raad verlengt vergunning om kerncentrale van Mühleberg in bedrijf te houden: toepasselijkheid van artikel 6 § 1 EVRM.

Samenvatting

Voor de toepassing van artikel 6§ 1 is vereist dat er een ‘genuine and serious dispute’ is gerezen omtrent een recht dat door het nationale recht als zodanig wordt erkend, terwijl de uitkomst van de procedure direct beslissend dient te zijn voor het betreffende recht (§ 32). In casu betrof dit het recht op adequate bescherming van klagers fysieke integriteit, dat als zodanig wordt erkend door het Zwitserse nationale recht (§ 34). Het hof stelt vast dat het geschil ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.