NJ 1998, 434
Burgers in beroep tegen bestuurlijke beslissingen niet in eerste plaats uit op vernietiging beslissing, maar op erkenning van hun rechten / bestuursorganen die bestuursrechtelijke uitspraken niet naleven in afwachting van nieuwe regels die onverbindend verklaarde regels moeten vervangen, kunnen daardoor 6 lid 1 EVRM schenden
EHRM 19-03-1997, ECLI:NL:XX:1997:AD2709
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
19 maart 1997
- Magistraten
Bernhardt, Gölcüklü, Pettiti, Spielmann, Valticos, Morenilla, Freeland, Wildhaber, Gotchev
- Zaaknummer
19/1995/525/611
- LJN
AD2709
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1997:AD2709, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 19‑03‑1997
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 50
Essentie
Burgers die in beroep gaan tegen bestuurlijke beslissingen bij de rechter, zijn niet in de eerste plaats uit op vernietiging van de beslissing, maar op de erkenning van hun rechten. Bestuursorganen die bestuursrechtelijke uitspraken niet naleven in afwachting van nieuwe regels die onverbindend verklaarde regels moeten vervangen, kunnen daardoor art. 6 lid 1 EVRM schenden.
Samenvatting
De Griekse bestuursrechter vernietigt twee beschikkingen omdat daarin krachtens een onverbindende regel twee vergunningen waren ontzegd. Klagers eisen dat de vergunningen alsnog worden verleend, maar de autoriteiten weigeren dit de facto in afwachting van nieuwe regels die de door de onverbindend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.