NJ 1997, 539
Uitzetting Tunesische onderdaan veroordeeld vanwege strafbaar feit, van wie ouders en tien broers en zusters wettig in Frankrijk verblijven en die kind erkend heeft van Franse vrouw met wie hij heeft samengewoond geen schending 8 EVRM
EHRM 24-04-1996, ECLI:NL:XX:1996:AD2539
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
24 april 1996
- Magistraten
Ryssdal, Matscher, Pettiti, Spielmann, Valticos, Martens, Loizou, Baka, Lopes Rocha
- Zaaknummer
[1996-04-24/NJ_68379]
- LJN
AD2539
- JCDI
JCDI:ADS146601:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1996:AD2539, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 24‑04‑1996
- Wetingang
EVRM art. 8
Essentie
Uitzetting van een Tunesische onderdaan veroordeeld vanwege een strafbaar feit, van wie de ouders en tien broers en zusters wettig in Frankrijk verblijven en die het kind erkend heeft van een Franse vrouw met wie hij heeft samengewoond. Geen schending art. 8 EVRM.
Samenvatting
Het concept van familieleven in de zin van art. 8 EVRM omvat de band tussen ouder en kind, zelfs als geen sprake is van samenleving en ongeacht of het kind wettig is of niet. Alhoewel deze band door latere gebeurtenissen kan worden verbroken, kan dit slechts gebeuren in uitzonderlijke omstandigheden. In ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.