NJ 1996, 593
Vordering uit onrechtmatige daad ‘eigendom’ in zin van 1 Eerste Protocol bij EVRM / wettelijke uitsluiting met terugwerkende kracht van alle aansprakelijkheid zonder billijke genoegdoening strijdig met evenredigheidsbeginsel / schadevergoeding
EHRM 20-11-1995, ECLI:NL:XX:1995:AD2427, m.nt. E.J. Dommering
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
20 november 1995
- Magistraten
Ryssdal, Thór Vilhjálmsson, Russo, De Meyer, Pekkanen, Lopes Rocha, Wildhaber, Gotchev, Lôhmus
- Zaaknummer
AVOL332
- Noot
E.J. Dommering
- LJN
AD2427
- JCDI
JCDI:ADS160788:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Goederenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1995:AD2427, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 20‑11‑1995
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 50; EVRM 1e Protocol art. 1
Samenvatting
De Belgische wetgever heeft in een formele wet alle aansprakelijkheid van de overheid en loodsorganisaties uitgesloten voor in het verleden gepleegde onrechtmatige daden van door de overheid aangewezen loodsen.
Het Hof stelt vast dat volgens Belgisch aansprakelijkheidsrecht een vordering uit onrechtmatige daad van rechtswege ontstaat uit het schadeveroorzakende feit. Een vordering van deze aard is een vermogensrecht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.