NJ 1995, 594
Inzage stukken tijdens kinderbeschermingsprocedure / achterstelling biologische vader wat betreft gezag / schending 6 (alleen t.a.v. moeder) en 8 EVRM
EHRM 24-02-1995, ECLI:NL:XX:1995:AD2307, m.nt. J. de Boer (Johansen,Sahin)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
24 februari 1995
- Magistraten
Ryssdal, Gölcüklü, Pettiti, Macdonald, Russo, Spielmann, Palm, Foighel, Freeland
- Zaaknummer
ECHRSERIESAVOL307-B
- Noot
J. de Boer
- LJN
AD2307
- Roepnaam
Johansen
Sahin
- JCDI
JCDI:ADS160858:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
EU-recht (V)
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1995:AD2307, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 24‑02‑1995
- Wetingang
BW art. 1:288; Rv (oud) art. 811; EVRM art. 6; EVRM art. 8; EVRM art. 14; EVRM art. 50
Essentie
Inzage van stukken tijdens kinderbeschermingsprocedure. Achterstelling van vader van buiten huwelijk geboren kind wat betreft het gezag. Schending van art. 6 (alleen t.a.v. de moeder) en art. 8 EVRM.
Samenvatting
De natuurlijke vader van het buiten huwelijk geboren kind (die niet van rechtswege het gezag had) had nagelaten de rechter te vragen met het gezag te worden bekleed, welk verzoek, nu het vaderschap vaststond en de moeder geen bezwaar maakte, met spoed zou zijn behandeld. Onder deze omstandigheden betrof de procedure inzake de zorg over het kind, voor zover de vader ‘burgerlijke rechten’ had als bedoeld in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.