NJ 1996, 592
Ingreep met wetgeving in rechtszaak waarbij staat zelf partij is / strijd met recht op ‘fair trial’ / ontduiking arbitragebeding / ongerechtvaardigde verstoring genot eigendom / toekenning billijke genoegdoening
EHRM 09-12-1994, ECLI:NL:XX:1994:AC1182, m.nt. E.J. Dommering
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
9 december 1994
- Magistraten
Ryssdal, Walsh, Macdonald, Russo, Valticos, Martens, Pekkanen, Bigi, Wildhaber
- Zaaknummer
AVOL301-B
- Noot
E.J. Dommering
- LJN
AC1182
- JCDI
JCDI:ADS66285:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1994:AC1182, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 09‑12‑1994
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 50; EVRM 1e Protocol art. 1
Essentie
De staat grijpt met wetgeving in een rechtszaak in waarbij hijzelf partij is. Strijd met het recht op een ‘fair trial’. Ontduiking van arbitragebeding. Ongerechtvaardigde verstoring van het genot van eigendom. Toekenning billijke genoegdoening.
Samenvatting
Klagers trachten schadevergoeding te verkrijgen van de Griekse staat op grond van diens contractuele wanprestatie. Klagers stellen daarvoor een actie tegen de staat in bij de nationale rechter. Deze acht zich bevoegd en gelast klagers de schade te bewijzen. De staat start daarop een arbitrale procedure. Het ingestelde scheidsgerecht acht zich ook bevoegd over de wanprestatie een oordeel te vellen en wijst de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.