NJ 1995, 166
Conservatoire inbeslagneming in Plukze-achtige procedure niet disproportioneel / aantekening van inbeslagneming en confiscatie lang na beslissing tot teruggave in registers schending / trage afhandeling opheffing speciaal politietoezicht schending / procedure inzake dit toezicht niet ‘determination of a criminal charge’
EHRM 22-02-1994, ECLI:NL:XX:1994:AD2043, m.nt. G. Knigge
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
22 februari 1994
- Magistraten
Ryssdal, Bernhardt, Matscher, Russo, Palm, Foighel, Bigi, Wildhaber, Gotchev
- Zaaknummer
SERIESAVOL281
- Noot
G. Knigge
- LJN
AD2043
- JCDI
JCDI:ADS160840:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1994:AD2043, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 22‑02‑1994
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; EVRM 1e Protocol art. 1; EVRM 4e Protocol art. 2
Essentie
Conservatoire inbeslagneming in Plukze-achtige procedure niet disproportioneel: geen schending art. 1Protocol 1. Dat de aantekening van inbeslagneming en confiscatie in sommige gevallen nog lang na de beslissing tot teruggave in de registers blijft, levert wel een schending van dit artikel op. De trage afhandeling van de opheffing van het speciale politietoezicht levert in ieder geval voor het laatste deel een schending van art. 2Protocol 4 op. De procedure inzake dit toezicht behelst niet de ‘determination of a criminal charge’.
Samenvatting
De inbeslagneming strekte er niet toe de applicant van zijn bezittingen te beroven, maar hem ervan te weerhouden ze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.