NJ 1994, 559
Wettelijk monopolie voor publieke omroep ernstige inmenging in vrijheid van meningsuiting / i.c. geen dringende noodzaak / schending 10 EVRM
EHRM 24-11-1993, ECLI:NL:XX:1993:AD1994, m.nt. E.J. Dommering (Lentia)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
24 november 1993
- Magistraten
Ryssdal, Bernhardt, Matscher, Pettiti, Spielmann, Palm, Bigi, Baka, Misfud Bonnici
- Zaaknummer
SERIESAVOL276
- Noot
E.J. Dommering
- LJN
AD1994
- Roepnaam
Lentia
- JCDI
JCDI:ADS160832:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1993:AD1994, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 24‑11‑1993
- Wetingang
EVRM art. 10
Essentie
Een wettelijk monopolie voor publieke omroep is een ernstige inmenging in de vrijheid van meningsuiting. Een dergelijke inmenging is alleen gerechtvaardigd in het geval van dringende noodzaak. In de onderhavige zaak is daarvan geen sprake. Schending van artikel 10 EVRM.
Samenvatting
Volgens eisers is het op grond van de Oostenrijkse omroepwetgeving onmogelijk om een radio- of televisiestation te beginnen. Het Hof stelt vast dat sprake is van een inmenging in de vrijheid van meningsuiting van eisers. De vraag die beantwoord moet worden is of de inmenging in de vrijheid van meningsuiting gerechtvaardigd is (§ 26 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.