NJ 1993, 650
Onpartijdigheid kinderrechter in strafzaken (m.nt. EAA)
EHRM 24-08-1993, ECLI:NL:XX:1993:AD1936, m.nt. E.A. Alkema
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
24 augustus 1993
- Magistraten
Ryssdal, Thór Vilhjálmsson, Walsh, De Meyer, Valticos, Martens, Foighel, Morenilla, Freeland
- Zaaknummer
[1993-08-24/NJ_66500]
- Noot
E.A. Alkema
- LJN
AD1936
- JCDI
JCDI:ADS118018:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1993:AD1936, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 24‑08‑1993
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Onpartijdigheid van de kinderrechter in strafzaken. Functies van rechter-commissaris en raadkamer in het voorbereidend onderzoek alsmede die van rechter ter terechtzitting zijn door dezelfde kinderrechter uitgeoefend. Geen schending van art. 6 lid 1 EVRM.
Samenvatting
Het Hof roept in herinnering dat niet de subjectieve gevoelens van de verdachte beslissend zijn, maar of in de bijzondere omstandigheden van het geval de twijfels over de onpartijdigheid van de rechter objectief gerechtvaardigd kunnen worden (§ 33).
Het enkele feit dat de kinderrechter ook beslissingen in het voorbereidend onderzoek heeft genomen, inclusief die over de voorlopige hechtenis, is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.