NJ 1994, 102
Vervolging en veroordeling parlementariër wegens belediging regering in strijd met vrijheid van meningsuiting (10 EVRM)
EHRM 23-04-1992, ECLI:NL:XX:1992:AD1657, m.nt. E.J. Dommering
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
23 april 1992
- Magistraten
Ryssdal, Vilhjálmsson, Macdonald, De Meyer, Martens, Palm, Pekkanen, Loizou, Carrillo Salcedo
- Zaaknummer
SERIESAVOL236
- Noot
E.J. Dommering
- LJN
AD1657
- JCDI
JCDI:ADS160816:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1992:AD1657, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 23‑04‑1992
- Wetingang
Essentie
Vervolging en veroordeling van parlementariër wegens belediging van de regering in strijd met de vrijheid van meningsuiting neergelegd in art. 10 EVRM.
Samenvatting
Hof verwerpt preliminair bezwaar, waarin regering er zich op beroept dat klager zijn nationale rechtsmiddelen niet heeft uitgeput, omdat hij geen beroep heeft gedaan op de vrijheid van meningsuiting voor de constitutionele rechter. Art. 26 EVRM moet met een zekere graad van flexibiliteit en zonder formalisme worden toegepast. Klager heeft in wezen op twee manieren een beroep gedaan op art. 10, ten eerste door te claimen dat hij was vervolgd en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.