NJ 1995, 575
Voorarrest van twee jaar en negen maanden onredelijk lang / schending 5 lid 3 EVRM / geen schending 5 lid 4 EVRM
EHRM 26-06-1991, ECLI:NL:XX:1991:AD1450 (Letellier)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
26 juni 1991
- Magistraten
Ryssdal, Thór Vilhjálmsson, Matscher, Pettiti, Macdonald, Bernhardt, Spielmann, De Meyer, Martens
- Zaaknummer
ECHRSERIESAVOL207
- LJN
AD1450
- Roepnaam
Letellier
- JCDI
JCDI:ADS160820:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal belastingrecht / Algemeen
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1991:AD1450, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 26‑06‑1991
- Wetingang
EVRM art. 5 lid 3; EVRM art. 5 lid 4; EVRM art. 50
Essentie
Voorarrest van twee jaar en negen maanden onredelijk lang. Schending art. 5 lid 3 EVRM. Geen schending art. 5 lid 4 EVRM.
Samenvatting
De vraag of de termijn van het voorarrest — i.c. twee jaar en negen maanden — redelijk is in de zin van art. 5 lid 3, moet worden beantwoord aan de hand van de motivering van de beslissingen tot afwijzing van de door de gedetineerde gedane verzoeken om invrijheidstelling alsmede op basis van de in dat verband door de gedetineerde naar voren gebrachte feiten. Naast een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.