NJ 1995, 742:Uitzetting naar Chili, ondanks verzoek Commissie deze beslissing voorlopig niet ten uitvoer te leggen / geen schending 3, 8 en 25 EVRM

NJ 1995, 742

Uitzetting naar Chili, ondanks verzoek Commissie deze beslissing voorlopig niet ten uitvoer te leggen / geen schending 3, 8 en 25 EVRM

Documentgegevens:

EHRM 20-03-1991, ECLI:NL:XX:1991:AD1356

Instantie: Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Datum: 20 maart 1991
Magistraten: Ryssdal, Cremona, Vilhjálmsson, Bindschedler-Robert, Gölcüklü, Matscher, Pettiti, Walsh, Evans, Macdonald, Russo, Bernhardt, Spielmann, De Meyer, Martens, Palm, Foighel, Loizou, Morenilla
Zaaknummer: PUBECHRSERIESAVOL201
LJN: AD1356
JCDI: JCDI:ADS160823:1
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal belastingrecht / Algemeen
EU-recht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:XX:1991:AD1356, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 20‑03‑1991
Wetingang: EVRM art. 3; EVRM art. 8; EVRM art. 25

Essentie

Beslissing om Chileens gezin (man, vrouw, zoon) uit te zetten naar Chili, tenuitvoergelegd ten aanzien van de man ondanks verzoek van Commissie op grond van art. 36 van haar Huishoudelijk Reglement deze beslissing voorlopig niet ten uitvoer te leggen. Geen schending van de art. 3, 8 en 25 EVRM.

Samenvatting

Het Hof roept in herinnering dat onder het verdrag, de vaststelling en verificatie van de feiten primair een taak is voor de Commissie. Het Hof is echter niet gebonden aan de bevindingen over de feiten van de Commissie en behoudt de vrijheid zijn eigen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.