NJ 1993, 708
Gebruik verklaring getuige die niet ter terechtzitting aanwezig was i.c. niet in strijd met 6 lid 1 jo. lid 3 sub d EVRM
EHRM 19-02-1991, ECLI:NL:XX:1991:AD1331 (Post-Unterpertinger)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
19 februari 1991
- Magistraten
Ryssdal, Cremona, Gölcüklü, Pettiti, Russo, De Meyer, Palm, Foighel, Loizou
- Zaaknummer
[1991-02-19/NJ_66540]
- LJN
AD1331
- Roepnaam
Post-Unterpertinger
- JCDI
JCDI:ADS146599:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1991:AD1331, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 19‑02‑1991
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 6 lid 3 onder d
Essentie
Gebruik verklaring getuige die niet ter terechtzitting aanwezig was i.c. niet in strijd met art. 6 lid 1 jo. 3 sub d EVRM.
Samenvatting
De Italiaanse regering werpt twee preliminaire verweren op. Ten eerste stelt zij, dat de nationale rechtsmiddelen niet zijn uitgeput in verband met het feit, dat klager en zijn advocaat niet geprotesteerd hebben tegen het voorlezen ter terechtzitting van de getuigenverklaring. Het hof acht dit bezwaar ongegrond aangezien een dergelijk protest geen voldoende en effectief rechtsmiddel zou zijn geweest, nu de rechtbank van Monza eenzelfde protest van twee medeverdachten heeft afgewezen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.