NJ 1991, 627
EHRM, 25-10-1990, nr. CEDHSERIEAVOL185-C
EHRM 25-10-1990, ECLI:NL:XX:1990:AD1270, m.nt. E.A. Alkema
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
25 oktober 1990
- Magistraten
Ryssdal, Vilhjalmsson, Pettiti, Walsh, Bernhardt, Spielmann, Valticos, Martens, Foighel
- Zaaknummer
CEDHSERIEAVOL185-C
- Noot
E.A. Alkema
- LJN
AD1270
- JCDI
JCDI:ADS66289:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1990:AD1270, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 25‑10‑1990
- Wetingang
EVRM art. 5 lid 1; EVRM art. 5 lid 2; EVRM art. 5 lid 4; EVRM art. 5 lid 5
Essentie
Procedure waarin beslist wordt over de verlenging van een tbr-maatregel zonder het horen van voortvluchtige klager of zijn advocaat niet in strijd met art. 5 lid 1, 2, 4 en 5 EVRM (Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden).
Samenvatting
De klachten over de procedures die hebben geleid tot verlenging van de tbr-maatregel en waarop een beroep op een schending van art. 5 lid 1 EVRM wordt gebaseerd, zullen bij de toetsing aan art. 5 lid 4 onderzocht worden, nu de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.