NJ 1991, 626
EHRM, 25-10-1990, nr. CEDHSERIEAVOL185-B
EHRM 25-10-1990, ECLI:NL:XX:1990:AD1269, m.nt. E.A. Alkema
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
25 oktober 1990
- Magistraten
Ryssdal, Vilhjalmsson, Pettiti, Walsh, Bernhardt, Spielmann, Valticos, Martens, Foighel
- Zaaknummer
CEDHSERIEAVOL185-B
- Noot
E.A. Alkema
- LJN
AD1269
- JCDI
JCDI:ADS66286:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1990:AD1269, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 25‑10‑1990
- Wetingang
EVRM art. 5 lid 1; EVRM art. 5 lid 4
Essentie
Duur van vier maanden voor de behandeling van een verzoek om verlenging van een tbr-maatregel i.c. in strijd met de vereiste ‘spoed’ in de zin van art. 5 lid 4 EVRM (Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden).
Samenvatting
Klager formuleert een aantal klachten die betrekking hebben op de procedures die i.c. hebben geleid tot de verlenging van de tbr-maatregel en stelt op grond daarvan dat een schending van art. 5 lid 1 EVRM heeft plaatsgevonden. Deze klachten zullen, indien dat nodig blijkt te zijn, bij de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.