NJ 1990, 245
EHRM, 20-11-1989, nr. PUBLCEDHSERIEAVOL166: Kostovski
EHRM 20-11-1989, ECLI:NL:XX:1989:AD0949, m.nt. E.A. Alkema (Kostovski)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
20 november 1989
- Magistraten
Ryssdal, Cremona, Vilhjalmsson, Bindschedler-Robert, Golcuklu, Matscher, Pinheiro Farinha, Pettiti, Walsh, Evans, Macdonald, Russo, Bernhardt, Spielmann, De Meyer, Carrillo Salcedo, Valticos, Martens
- Zaaknummer
PUBLCEDHSERIEAVOL166
- Noot
E.A. Alkema
- LJN
AD0949
- Roepnaam
Kostovski
- JCDI
JCDI:ADS160831:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1989:AD0949, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 20‑11‑1989
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 6 lid 3 onder d
Essentie
Gebruik anonieme getuigenverklaringen i.c. in strijd met art. 6 lid 1 jo. lid 3 sub d Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
Samenvatting
Toelaatbaarheid van bewijs dient in de eerste plaats door de nationale wetgever geregeld te worden; de beoordeling van het bewijsmateriaal komt aan de nationale rechters toe. Gelet hierop heeft het Hof niet de taak een oordeel te geven over de toelating en beoordeling van de getuigenverklaringen door de Nederlandse rechter. Vastgesteld moet worden of het strafproces als geheel, daaronder begrepen de vergaring van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.