NJ 1990, 230
EHRM, 25-06-1987, nr. PUBLCEDHSERIEAVOL119//NJPUB1
EHRM 25-06-1987, ECLI:NL:XX:1987:AC9930, m.nt. E.A. Alkema
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
25 juni 1987
- Magistraten
Ryssdal, Cremona, Bindschedler-Robert, Matscher, Pettiti, Russo, Gersing
- Zaaknummer
PUBLCEDHSERIEAVOL119//NJPUB1
- Noot
E.A. Alkema
- LJN
AC9930
- JCDI
JCDI:ADS160860:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1987:AC9930, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 25‑06‑1987
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Overschrijding redelijke termijn in strafprocedure.
Samenvatting
De te beoordelen periode begon niet op het moment dat klager geinformeerd werd over de tegen hem ingestelde strafvervolging, maar op de datum waarop de Italiaanse erkenning van het individuele klachtrecht in werking trad. Lengte van de periode meer dan negen jaar en zeven maanden (par. 14).
Redelijkheid van de termijn te beoordelen aan de hand van de omstandigheden van het geval en van criteria uit 's Hofs jurisprudentie. Gedrag van klager levert geen problemen op (par. 15). De zaak riep geen moeilijke rechtsvragen op. Feiten en procedure enigszins gecompliceerd door het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.