NJ 1988, 745
EHRM, 24-11-1986: Unterpertinger
EHRM 24-11-1986, ECLI:NL:XX:1986:AC9581, m.nt. E.A. Alkema (Unterpertinger)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
24 november 1986
- Magistraten
Wiarda, Ganshof Van Der Meersch, Matscher, Walsh, Vincent Evans, Macdonald, Russo
- Zaaknummer
[1986-11-24/NJ_63537]
- Noot
E.A. Alkema
- LJN
AC9581
- Roepnaam
Unterpertinger
- JCDI
JCDI:ADS118019:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1986:AC9581, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 24‑11‑1986
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 6 lid 3 onder d
Essentie
Verklaringen van personen die niet door of namens verdachte ondervraagd konden worden niet toelaatbaar als dragend bewijs.
Samenvatting
Strafvordering, dat naaste verwanten een verschoningsrecht toekent is stellig niet onverenigbaar met art. 6 lid 1 en lid 3 onder d Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. (EVRM) Het houdt rekening met de problemen die kunnen rijzen bij een confrontatie tussen een verdachte en een naaste verwant die getuigt. Het tracht te voorkomen dat laatstgenoemde in een gewetensconflict geraakt. Bovendien zijn in het nationale recht van de andere lidstaten van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.