NJ 1986, 698
EHRM, 25-03-1983
EHRM 25-03-1983, ECLI:NL:XX:1983:AC7928, m.nt. E.A. Alkema
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
25 maart 1983
- Magistraten
Wiarda, Bindschedler-Robert, Lagergren, Golcuklu, Matscher, Macdonald, Russo
- Zaaknummer
[1983-03-25/NJ_62078]
- Noot
E.A. Alkema
- LJN
AC7928
- JCDI
JCDI:ADS49004:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1983:AC7928, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 25‑03‑1983
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 2
Essentie
Veroordeling in proceskosten zonder wettelijk bewijs van schuld strijdig met het vermoeden van onschuld.
Samenvatting
De inbreuk op andermans ‘burgerlijk recht’ levert soms ook een strafbaar feit op (zodat ook de leden 2 en 3 van art. 6 van toepassing zijn).
Art. 6 lid 2 regeert het geheel van de strafprocedure, ongeacht de uitkomst van de vervolging (‘poursuites’) en niet alleen het onderzoek van de gegrondheid van de vervolging (‘accusation’) (par. 30).
Het vermoeden van onschuld wordt geschonden, indien iemand zonder dat zijn schuld volgens de wet is bewezen en in het bijzonder zonder dat hij de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.