NJ 1975, 462
EHRM, 21-02-1975, nr. 4451/70: Golder
EHRM 21-02-1975, ECLI:CE:ECHR:1975:0221JUD000445170, m.nt. E.A. Alkema (Golder)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
21 februari 1975
- Magistraten
Balladore Pallieri, Mosler, Verdross, Rodenbourg, Zekia, Cremona, Pedersen, Vilhjalmsson, Ryssdal, Bozer, Ganshof Van Der Meersch, Fitzmaurice
- Zaaknummer
4451/70
- Noot
E.A. Alkema
- LJN
AB5466
- Roepnaam
Golder
- JCDI
JCDI:ADS146780:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:1975:0221JUD000445170, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 21‑02‑1975
- Wetingang
EVRM art. 5 lid 4; EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 8; EVRM art. 13; EVRM art. 50
Essentie
Ieder heeft recht op de vaststelling van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen door een rechter. Het recht op briefwisseling wordt geschonden wanneer men een gevangene belet zich schriftelijk tot een advocaat te wenden om een aktie wegens smaad in te stellen tegen een cipier.
Samenvatting
Art. 6, lid 1, Europees Verdrag voor de rechten van de mens garandeert behalve een recht op een eerlijke berechting in een reeds aanhangige zaak, ook het recht om een zaak (in verband met de vaststelling van burgerlijke rechten en verplichtingen) bij de rechter aanhangig te maken (‘droit d'acces aux tribunaux’) op grond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.