JWB 2011/382
Huurrecht
HR 08-07-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ2215
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juli 2011
- Zaaknummer
10/01434
- LJN
BQ2215
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ2215, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑07‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ2215, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑04‑2011
- Wetingang
Art. 81 RO
Essentie
Huurrecht
Samenvatting
Casus
Het (tijdig) door eiseres tot cassatie ingestelde cassatieberoep is gericht tegen een arrest van het gerechtshof. Bij dit arrest heeft het hof in hoger beroep het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, voor zover daarbij de ontbinding van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst met betrekking tot een woning c.a. is uitgesproken. Voorts heeft het hof, met vernietiging in zoverre van dat vonnis en in zoverre opnieuw recht doende, eiseres veroordeeld tot betaling aan thans verweerster tot cassatie, van - kort gezegd - achterstallige huurtermijnen, de contractuele rente daarover en de contractuele boete.
Rechtsvraag
Had het hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.